Nieuwe lente, nieuw geluid. En wat voor een geluid. Tussen de stormbuien van de laatste dagen door kwetteren de vogeltjes. Hier en daar hoor je wat voorzichtige carnavalsdeuntjes. Het mooiste geluid komt van minister Ernst Kuipers die in een tweestapssprong een einde maakt aan praktisch alle coronamaatregelen. Direct flitst Toon Hermans' evergreen `Vogeltje wat zing je vroeg` door mijn hoofd.
Nederland kraait de victorie, na twee jaar lijkt het leed geleden en kan ons land mondkapjesvrij weer opgelucht adem halen. Corona is onder controle, de ziekenhuisopnames, vooral op de IC‘s dalen gestaag, de pandemie verandert in een endemie. Dat wil zeggen dat de ziekte nooit meer helemaal weggaat, maar wel beheersbaar is. Omikronbesmettingen gieren weliswaar nog de pan uit, maar meer dan een fikse verkoudheid houd je er niet aan over. Als zelfs een 95-jarige besmette Queen nog lang geen dood vogeltje is en doorgaat met lichte werkzaamheden, waar hebben we het dan nog over?
Dat hebben we toch maar mooi voor elkaar gekregen in die twee jaar. Een beetje pandemie duurt toch al gauw zo`n drie tot vijf jaar. Daarbij zijn die twee jaar peanuts. Nou ja peanuts: mondkapjes, lockdowns, vaccinaties, avondklok, ophokplicht, isolement, stress, angst en verscheurde families en vriendschappen zijn geen kattenpis. Corona leidde tot een totale ontwrichting van onze hectische, ingewikkelde maatschappij, die er totaal niet op was voorbereid. Daarin zong elk vogeltje zoals hij gebekt is, maar al het gefluit, gepiep en gekraai had uiteindelijk niets meer van een mooi concert en ontaardde in een oorverdovende herrie als een orkest zonder dirigent.
Nu Corona van overheidswege is doodverklaard, voelen we ons zo vrij als een vogeltje. We omarmen de vrijheid, waarbij het `nieuwe normaal` weer voor honderd procent het `oude normaal` is. Ineens kan alles weer. Nederland kraait van plezier. We vliegen er op uit, kakelen in de kroeg als een kip zonder kop, dansen op honderdduizend manieren onze eigen vogeltjesdans en zingen liedjes tot diep in de nacht. En die is altijd veel te kort, omdat het tegen vieren, zo 's morgens tegen vieren, omdat het dan pas echt gezellig wordt!
`Vogeltje wat zing je vroeg` is ook een waarschuwing. Maar opgestoken vingertjes worden als pietluttig gezeur genegeerd. Een 'wat als'-waarschuwing van deskundige virologen, epidemiologen of verpleegkundigen wordt weggewuifd als een vogeltje dat te vroeg zingt en vals piept. Als zo'n deskundige nu nog kritiek op de snelle versoepelingen durft te uiten, worden zijn veren direct uitgetrokken. Je hoort en ziet de deskundigen ook steeds minder. Ze trekken zich terug op hun eigen nest. Het OMT trekt zijn keutel in voor Mona Keijzers handtekeningenactie en andere kritische vogels van diverse pluimage. Jaap van Dissels kippennek ligt al half op het hakblok.
Praatprogramma`s worden als vanouds weer gevuld met zelfvoldane, elkaar napapegaaiende BN’ers die zich druk maken over grensoverschrijdend gedrag van andere `sterren` uit hun eigen bubbel. Laten ze maar uitkijken dat ze zelf niet uit het nest worden geduwd.
Kortom: Nederland valt weer kiftend over elkaar heen, Nederland is weer gewoon!
En daar is onze Mark weer. Onze dirigent zit, zo vlak voor de verkiezingen, op het vinkentouw en bezingt als vanouds zijn gave landje en preekt als groot staatsman verbroedering. Tja, is niet elke wijze uil ooit een uilskuiken geweest?
Voor verbroedering en verzustering heeft het zuiden van ons land Ruttes aansporing niet nodig. Met carnaval gebeurt dat spontaan en elk jaar opnieuw.
Ook in Knotsenburg. Ook zonder officieel gedoe en georganiseerde feestjes. Dat hebben echte carnavalisten ook niet nodig, die hebben genoeg aan elkaar. Op zondagmiddag half één zal carnavalsaalmoezenier Bernhard van Welzenis het beeld `Hommage aan de St. Steven` tegenover het stadhuis met Waalwater zegenen en daarna is het in de kroegen aan de Grote Markt volop feest.
En als je medelijden hebt met onze nationale horecapechvogel Khalid Oubaha kun je natuurlijk ook terecht in de Molenstraat. Deze snelle ekster plaatst nog snel 6800 kluisjes in het voormalige Pinoccio, waarin je je jas, tas en pilletjes tegen een luttele vergoeding kunt opbergen.
Khalid zal er overigens als de kippen bij zijn om de bierprijs te verhogen. Arme Khalid, het overgrote deel van zijn klandizie bestaat uit studenten die nu al de grootste moeite hebben om hun energierekening te betalen. Van een kip zonder veren kun je niet plukken en voor een lege portemonnee heb je geen kluisje nodig.
Ik heb ook geen kluisje nodig. Ik hou mijn pekske aan en zal me voorzichtig - in ieder geval gedurende de eerste drie pilsjes - in de carnavaleske duiventil begeven. Als de Russische aasgier nou blijft steken in de troosteloze moddervelden van de Donbass en de zon echt gaat schijnen kan mijn carnaval niet meer kapot. Alaaf!
Carolus
Meer columns lezen van Carolus? Lees
hier de voorgaande column.