2-wekelijkse column van Frerik Meelker: 'Meelkers Malingen'. Dit is zijn vierde bijdrage.
Ergens aan de Burchtstraat heb ik het genoegen gehad om een aanzienlijke periode te mogen ploeteren met patatten, passanten, vetten en alles wat daarbij komt kijken.
De eigenaar en ik kenden elkaar niet en met horten en stoten creëerden en beheerden wij samen een kleine en eigenzinnige onderneming. In die jaren hebben wij samen met onze klanten en collega’s ontzettend veel meegemaakt. Inmiddels kunnen we een kleine boekenwand vullen met belevenissen. Her en der verwerkten wij naast tonnen aardappels ook heel wat persoonlijke trauma’s. Met deze levenservaring en tekortkomingen konden wij iets bijdragen aan deze mooie verzameling van unieke mensen.
Maar wanneer de frustratie groter is dan de verwondering, is het tijd voor een nieuwe uitdaging; wel de mensen, maar zonder de patatten.
Hierbij wil ik mijn verontschuldigingen aanbieden aan hen die ik te lomp tegen de haren in heb gestreken. Ik heb ervaren dat in het proces deze maniakale kalende import-Fries niet altijd bijdroeg aan de beleving bij menig Nijmegenaar of andere bewoners van de ooit door Romeinen overheerste gebieden. Ik ben dankbaar en denk nu al met weemoed terug aan al die magische momenten en mensen. Al die mooie en vooral heilzame energie.
Er zijn veel ergere dingen te verkopen dan de betere friet. Krokant bakken en slap ouwehoeren, nooit moeilijk doen over ‘majo’, het bindmiddel tussen product en klant. De frietvrede is getekend, frietje oorlog is alleen onder de toonbank nog verkrijgbaar. Nijmegen zeg ik geen vaarwel, de stad is verweven met mijn verleden en heeft mij nog genoeg te vertellen.
Lees hier de vorige column van Meelker.