Het overkomt ons allemaal. In een spontane opwelling worden we geprikkeld om actie te ondernemen waaraan we geen weerstand kunnen bieden. Het gelukshormoon dopamine geeft je even een kick, daarna keert het gezond verstand terug en heb je spijt van je onbezonnen actie.
We worden dagelijks overvallen door de marketing en reclamebusiness die ons met allerlei trucs overhalen om tot impulsaankopen over te gaan. Doel van de reclame is vaak om ons een gevoel te geven dat je leven incompleet is als je niet over dat ene speciale product beschikt. En je bent wel een ongelofelijke sukkel als je je kans niet grijpt om met die extra korting snel toe te happen.
Vooral influencers zijn er een kei in en sommigen verdienen er miljoenen mee. De waarde en het nut van de producten die ze aan de man en vaker nog aan de vrouw brengen koppelen ze heel slim aan hun eigen jeugdige imago. Wie wil er nou niet zo uitzien en genieten van het goede leven zoals zij het hun volgers voorspiegelen?
Vooral jongeren zijn het slachtoffer. Hun mobieltje piept en bliept de hele dag. Een tsunami aan afleidingen overspoelt hun onvolwassen puberbrein. Via YouTube, Facebook, Instagram, TikTok en Snapchat worden ze uitgedaagd hun impulsieve prikkels met iedereen te delen. Het is een illusie om te denken dat ze die verleiding kunnen weerstaan. Maar naast ontelbare likes strooien ze ook driftig haatberichten, vernederingen en scheldpartijen de digitale wijde wereld in.
Omdat het mobieltje aan hun hand is vastgegroeid nemen ze het ding ook mee naar school. De gevolgen zijn meer dan bekend en al lang wetenschappelijk bewezen: afleiding, concentratieproblemen, isolement, slechte prestaties, onrust, ruzies, ordeproblemen, etc.
Ik wil u een voorbeeld uit mijn eigen schoolpraktijk als teamleider niet onthouden.
Na urenlang gespeur als Sherlock Holmes had ik de dader van de scheldpartij op de sociale media eindelijk te pakken. Met waterdicht bewijsmateriaal in mijn handen plukte ik het meisje uit het klaslokaal en nam haar mee naar mijn kamer.
Jawel, ze wist waarom ik haar wilde spreken. De tranen rolden inmiddels over haar wangen.
`Maar meneer, ik heb er spijt van, ik heb er hartstikke spijt van, ik kon er niets aan doen, het gebeurde zomaar.` Het gebeurde wel vaker, zo’n impulsieve actie, terwijl ze in haar achterhoofd heel goed wist dat het voor haar heel vervelende consequenties kon hebben.
Het gesprek duurde een half uur. De administratieve afhandeling en de telefonische uitnodiging aan de ouders voor een gesprek nog eens een half uur.
Moeder zat tegenover me, haar mobieltje onder handbereik. Nee, haar dochter deed zoiets nooit, of ik mij niet vergiste. Haar mobieltje zoemde. Tot twee keer toe kon ze het gesnor weerstaan. Met één oog bleef ze me aankijken, het andere bleef strak op het apparaatje gericht. Bij de derde vibratie greep ze het ding en met ‘Sorry, het moet even’ onderbrak ze ons gesprek en zat ik er voor spek en bonen bij.
Kunt u zich inleven in deze situatie? Komt heel vaak voor. Het geklooi met en door mobieltjes kostte mij gemiddeld twee van de vijf dagen per week. Zonde van mijn tijd, zonde van moeders tijd en sneu voor het meisje, want haar onbezonnen daad is niet zomaar weg te poetsen van het internet.
Vanaf januari is het gebruik van mobieltjes in klaslokalen verboden, mits ze niet worden gebruikt voor onderwijskundige doeleinden. Een typisch Nederlandse voorbeeld van een poldermaatregel. Er zijn altijd uitzonderingen en sluipwegen om er onderuit te komen. Over pauzes, gangen en overblijfruimtes zwijgt de maatregel in alle talen.
Het heeft pas zin als in navolging van Frankrijk mobieltjes rigoureus uit het hele gebouw en van het hele schoolterrein worden verbannen.
Het mobieltje blijft thuis of de hele dag in de kluis! De meeste leraren zijn voorstanders, de meeste ouders inmiddels ook. De leerlingen zijn in eerste instantie faliekant tegen. Logisch, ze zien het als een amputatie van het elektronische verlengstuk van hun hand. De schooltijd doorkomen met een ‘gat in de hand' is volkomen onvoorstelbaar.
Op scholen waar ‘thuis of in de kluis’ al is doorgevoerd, draaien de leerlingen bij. Verrek, je medeleerling is een levend mens van vlees en bloed waar je een echt mee kunt communiceren. Niet alleen met je mond maar zelfs met je hele lijf. Als je niet zoveel wordt afgeleid, let je ook beter op en dan haal je misschien ook betere resultaten.
Scholen worden weer bevolkt met echte mensen en de zappende zombies zijn verleden tijd.
In Nijmegen zetten het Kandinsky College, de Joris Mavo en de NSG na de Kerstvakantie deze moedige stap. Het Wijchense Maaswaal College doet dat in het voorjaar. De andere scholen blijven voorlopig bij de telefoonzak in het klaslokaal.
Moedig, omdat eind januari het jaarlijkse circus van leerlingenwerving weer van start gaat.
De concurrentie tussen de scholen is nog steeds keihard. Elke school wil een groot deel van de nieuwe lichting brugklassers binnenkrijgen. Scholen zijn voor hun financiering nog steeds afhankelijk van hun leerlingenaantallen; minder leerlingen, minder geld. Komen er echt te weinig dan dreigt zelfs een schoolsluiting zoals het Dominicus College.
De keuze voor een middelbare school ligt vooral bij de leerlingen: die moet goed en leuk zijn. Is zo’n ‘Thuis of in de Kluisschool’ dan nog wel leuk genoeg als ze hun impulsieve tussendoortjes moeten missen? Gaat dit ook een rol spelen in de concurrentiestrijd? Vast!
Op twee scholen na vallen alle Nijmeegse middelbare scholen onder hetzelfde bestuur @voCampus. Ik snap niet dat dit bestuur, dat zich praktisch overal mee bemoeit, onder het mom van ‘onderwijskundige vrijheid’ deze hele hete brei aan de scholen overlaat.
Wat voor een krachtige impuls zou er aan ons hele onderwijsstelsel uitgaan als alle Nijmeegse scholen in één klap mobielvrij zouden zijn!
Vrijheid van onderwijs is een ernstige zaak en laat je niet over aan de luimen van mobielverslaafde pubers.
Ik wens u mobielvrije en impulsloze feestdagen.
Carolus
Meer columns lezen van Carolus? Lees hier de voorgaande column.