Het ‘stikke’ Nijmegen, de geschiedenis van de steile straten in Nijmegen

Van onze redactie
16 februari 2025

StAAD special  28 februari 2025
Lezing door historicus René van Hoften
Wijkcentrum Meijhorst  van 14.00 – 16.00u
De zaal is geopend vanaf 13.30 u. De toegang is gratis

Een van de belangrijkste kenmerken van Nijmegen dat haar wat betreft geografische continuÏteit onderscheidt van elke andere stad in Nederland is de natuurlijke ligging tegen de stuwwal aan. Dat is een uniek feit en heeft samen met de ligging aan de Waal de geschiedenis, het zelfbeeld en het imago van Nijmegen sterk beïnvloed. De hoge positie op een aantal heuvels geeft Nijmegen een enigszins buitenlands karakter, het zou wat dat betreft een stad in België, Duitsland of Frankrijk kunnen zijn. De bouwwijze van huizen op een aantal steile straten paste zich daaraan aan, goede waterafvoer was van belang, het transport van mensen en goederen kreeg ermee te maken, het woongedrag werd er door beÏnvloed, waarbij elke straat door een specifiek kenmerk haar eigen aard had en nog heeft. Op de Stikke Hezelstraat woonde een aantal blauwververs, op de Smidstraat lagen een paar winkels voor antiek en curiosa, op de Muchterstraat zat het opvangtehuis Luctor et Emergo, aan de Ottengas lag een krankzinnigenhuisje, de Pepergas en Keumegas kenden als bewoners een aantal prostituees, op de Lindenberg lag kasteel Hallo, de Vleeshouwerstraat kende een concentratie van kaaisjouwers, de huizen aan de Voerweg en Rozemarijngas zijn door verkrotting en oorlog helemaal verdwenen en aan de Houtstraat lagen een paar grote adellijke domeinen. De Benedenstadse trappartijen waren vooral een geliefd domein voor kinderen om te spelen en kattenkwaad uit te halen. Er waren grote sociale verschillen tussen de Benedenstad en de Bovenstad, boven woonde rijk en beneden woonde arm. De vermogende adellijke families woonde op het Kelfkensbosch, het Valkhof, de Ridderstraat en de Muchterstraat. De arme families vooral op de Vleeshouwerstraat, Steenstraat, Nonnenstraat, Kloosterstraat en Bottelstraat. Er zijn veel schilders en tekenaars die zich, al sinds oude tijden, door het ‘stikke’ karakter van Nijmegen en met name de Benedenstad hebben laten inspireren. Veel van deze prachtige afbeeldingen worden in de lezing vertoond. De tegenstellingen tussen arm en rijk worden in de presentatie uitvoerig verteld. In het deel over de Benedenstad, voor de pauze, zingt Peter Freysen, de kleine straatzanger van muziekgroep Kladderadatsch, gevoelige straatliederen. In het deel over adellijk Nijmegen uit de Bovenstad, na de pauze, draagt dichteres Marijke Eken poëzie voor van Hans Kaspar Arkstee, een vermogende protestantse dichter uit de 18e eeuw.


Dit bericht delen:

Advertenties