Winterse kou treft ook de dieren

Van onze redactie
9 december 2014
Het heeft afgelopen nacht al aardig gevroren in het hele land, ook in Nijmegen. Voor onszelf halen we een muts en handschoenen tevoorschijn en dragen we een warme winterjas. Wat kunnen we doen om onze huisdieren te beschermen en de buitendieren te helpen? Wij hopen onze lezers met deze tips te informeren zodat onze Nijmeegse huis- en buitendieren ook goed de winter doorkomen.
Honden
Marjolein van de Dierenbescherming geeft een paar goede tips voor de hondenbaasjes. ‘ Vooral met het koude weer is het belangrijk dat de honden een warme plek hebben waar ze kunnen liggen. Laat nooit een hond met een natte vacht buiten of in de auto achter.  En als we een mooie witte kerst krijgen is het is natuurlijk leuk om met je hond te spelen in de sneeuw maar let er dan wel op dat de hond geen sneeuw eet want dit kan maag- en darmklachten veroorzaken. Ook is het raadzaam om de voetzooltjes van uw hond in te smeren met vaseline tegen de kou en het strooizout. 's Winters komt het ook vaak voor dat honden door het ijs zakken en dan verdrinken. De dierenbescherming raad daarom aan om uw hond aan te lijnen bij bevroren vijvers en andere wateren om dit leed te voorkomen.’
Katten
Katten kunnen ook met winters weer gewoon naar buiten maar wel belangrijk is dat ze altijd naar binnen kunnen door een kattenluik of een warm plekje hebben waar ze kunnen schuilen als ze het koud krijgen. Een warm motorblok trekt de buitenkatten enorm aan net zoals in de wielkast op de banden van een auto, waar ze graag een warm plekje zoeken om te slapen, check dit daarom voordat u de auto start.
Zwerfkatten
Het Wijze Weeskitten is een organisatie die zich inzet voor de zwerfkatjes. Zij hebben een aantal voederplaatsen in Nijmegen waar zwerfkatten kunnen komen voor eten en een warme plek om te slapen. Van nature hebben katten een warme wintervacht, maar de weersomstandigheden in de winter maken het zwaar voor de zwerfkatten. Ze kunnen vaak geen droge schuilplaats vinden, waardoor de vacht nat wordt. Een natte vacht isoleert niet goed, zodat de lichaamstemperatuur daalt en daarmee ook de natuurlijke weerstand waardoor vele zwerfkatten de winter niet overleven.U kunt helpen door een watervast en winddicht schuilhokje op een veilige plek neer te zetten. Let er wel op dat de opening niet op de wind staat en voor extra warmte kan er wat hooi in het hok gelegd worden. Als het vriest is het vinden van drinkwater een lastige opgave voor zwerfkatten. Zorg daarom dat er met regelmaat vers water staat. tegen bevriezing kan er een klein beetje suiker in opgelost worden.
Droge brokken maken dorstig, maar zullen minder snel bevriezen dan natvoer dat meer vocht bevat. Probeer naar omstandigheden een middenweg te vinden
Knaagdieren
Ook knaagdieren kunnen ziek worden door tocht en grote temperatuurverschillen. Zorg daarom voor een goede standplaats van het hok, verplaats het nooit ineens van een koude naar een warme ruimte of andersom en zet het niet boven de verwarming of dicht bij een andere hittebron. Geef bij kou extra stro om in te nestelen, leg goed groenvoer (zoals andijvie) in het hok en ververs het drinkwater regelmatig, zodat het niet bevriest. Cavia’s hebben nog meer belang bij een warme omgeving dan konijnen. Houdt ze dan ook bij voorkeur binnenshuis.
Vogels
Vogels leven in de winter van het vetlaagje dat ze opbouwen in de herfst. Toch is dat niet voldoende en moeten ze op zoek naar eten. Je kunt ze helpen met bijvoorbeeld een voederhuis en vetbollen. Let op dat je nooit voer geeft waarin zout is verwerkt, dat veroorzaakt uitdroging. Ook margarine is uit den boze, omdat het laxerend werkt. Dek drinkwater bij vorst af met een stuk gaas, zodat de vogels niet bevriezen bij het badderen. Tref je een vastgevroren dier, probeer het dan nooit los te trekken, maar maak het ijs rondom de poten los door het te laten smelten. Meer informatie vind je op de website van de vogelbescherming.
Weidedieren
Weidedieren zoals paarden en schapen kunnen goed tegen kou. Wel moeten zij toegang hebben tot een droge ligplaats, goed voer en drinkwater. Desondanks zijn er situaties waarbij je alarm moet slaan. Als dieren er slecht uitzien, zeer mager zijn of ziek lijken, bel je met het centrale meldnummer 144 van de dierenpolitie. Je kan dit nummer ook bereiken als dieren geen droge (lig)plaats hebben of als er aan het ijs in de drinkbak wordt gelikt, dit wijst namelijk op dorst.

Verslaggeving: Wendy Schrievers

 
 

Dit bericht delen:

Advertenties