Column Janus van Traa 'Nijmegen als zomerhoofdstad'
Van onze redactie
28 april 2015
Eerst wilde ik klokkenluider worden. Van de Stevenskerk. Daarna gids op het Valkhof, en feestvarken natuurlijk. Ik werd een rusteloze gelukszoeker. Althans, dat vinden buitenstaanders. Mij een biet. Ik voel me heerlijk als Nijmegenaar en daar heb ik mijn handen vol aan, al was het maar om te bedenken wat we met de kade moeten. Laat staan met de stad.
Zomerhoofdstad, proclameerde een oud-wethouder. Of green capital, oudste stad, vierdaagsestad, veggiestad, city of health, Karelstad, zomerfeestenstad, fietsstad, Havanna, universiteitsstad, rommelstad, Noviomagus, filmstad, roze stad, Knotsenburg, loopstad, jazzstad, Numaga, keizerstad, Waalstad, terrassenstad, gebroedersstad, regenboogstad en zo nog het een en ander met bijbehorende aanjaag-, studie-, promotie- en werkgroep.
De vraag wat Nijmegen wil worden is actueel sinds hier meer dan twee Batavieren aanspoelden. Het product Nijmegen als handelswaar. De stad als rusteloze gelukszoeker. Herkenbaar. Als het handeltje hier na de vierdaagse apathisch op apegapen ligt verkopen we het boeltje gewoon als zomerhoofdstad. Wat een geluk om Nijmegenaar te zijn.
Janus van Traa
Dit bericht delen: