Onlangs zijn bij graafwerk voor de nevengeul van de Waal bij Lent ten westen van de spoordijk drie kuilen met ongebluste kalk aangetroffen. Deze zogenoemde ‘witte kuilen’ kunnen duiden op vernietiging van met miltvuur besmet vee tientallen jaren geleden.
Afgelopen vrijdag is na onderzoek vastgesteld dat inderdaad sporen van miltvuur in de kuilen aanwezig zijn en zijn deze door deskundigen volgens protocol verwijderd en afgevoerd. De GGD heeft vastgesteld dat er geen risico’s zijn voor de volksgezondheid.
Drie witte kuilen
Vorige week heeft Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit de aangetroffen resten in het laboratorium onderzocht. Direct nadat dit onderzoek had uitgewezen dat inderdaad sporen van miltvuur aanwezig waren, zijn de drie witte kuilen afgelopen vrijdag zorgvuldig ontgraven. De overgebleven beenderresten zijn ter vernietiging afgevoerd.
Geen gevaar
Na het aantreffen van de kuilen op 21 november zijn in overleg met de gemeente Nijmegen, het RIVM en de GGD alle noodzakelijke maatregelen getroffen, zodat geen gevaar voor omwonenden of anderen is ontstaan. De uitvoerder van het graafwerk is ter plekke direct gestopt met de werkzaamheden en heeft het geldende protocol gevolgd. Het terrein is niet toegankelijk voor onbevoegden, maar voor de veiligheid zijn de kuilen meteen afgedekt. De vondst van witte kuilen is niet uniek in Nederland, maar gebeurt vaker bij graafwerk in buitengebied. Daarom is er ook een standaard landelijk protocol voor de noodzakelijke stappen.
Nevengeul voor de Waal
Het graafwerk waarbij de witte kuilen zijn aangetroffen, wordt uitgevoerd voor de aanleg van een nevengeul voor de Waal. De rivier maakt bij Nijmegen een scherpe, nauwe bocht waardoor bij hoogwater problemen kunnen ontstaan. De nevengeul zorgt voor een betere doorvoer van het water. De gevonden kuilen liggen op het tracé van de nevengeul en worden dus helemaal afgegraven.
Miltvuur als veeziekte
Miltvuur (antrax) komt als ziekte bij vee in Nederland sporadisch voor. Het laatste geval was in 1987. In vorige eeuwen werd vee, zoals schapen, runderen, paarden en varkens, dat besmet was met miltvuur afgemaakt. De resten werden in het buitengebied in kuilen gestort en met ongebluste kalk bestrooid om de bacterie onschadelijk te maken. Deze methode is vanaf 1942 verboden. Sporen van de bacterie kunnen lange tijd aanwezig blijven. Bij direct huidcontact met deze sporen kan een huidvorm van miltvuur ontstaan. Hierbij ontstaat een blaasje en later een zweer. Dit is goed te behandelen met antibiotica. Verspreiding van de sporen via bijvoorbeeld de lucht komt niet voor bij deze witte kuilen.