Bulgaarse puppy's: geen hondsdolheid

Van onze redactie
6 december 2013
De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) doet nog steeds geen uitspraken over de honden die op 9 november op vijf adressen in en rond Nijmegen in beslag zijn genomen op verdenking van hondsdolheid. In een gezamenlijke actie met de politie werden toen 4 uit Bulgarije ingevoerde puppy’s en 2 privé honden, die niet ingeënt bleken te zijn tegen rabiës, in beslag genomen. Een paar dagen later werden er nog eens 4 puppy’s in beslag genomen. De honden zijn naar een opvangadres gebracht waar ze getest zouden gaan worden.

Een maand na de inbeslagname geeft de NVWA nog steeds geen uitsluitsel over het lot dat de honden te wachten staat. Een eigenaar van een aantal inbeslaggenomen honden vertelt: “Onze pups zijn wel ingeënt. In het entingsboekje staat een handtekening van de dierenarts en de benodigde stickers. We hebben nog speciaal een verklaring van die dierenarts op laten sturen maar de NVWA geen contact met hem opgenomen. We kregen na ongeveer 14 dagen bericht dat het bloed van de pups wel antistoffen bevat, dus bewijs dat ze geënt zijn, maar ze vonden het aantal antistoffen aan de lage kant. Vervolgens kregen we te horen dat ze nog langer in quarantaine gehouden zouden worden maar er is niet verteld hoelang nog. Het is ons nu onduidelijk wat de vervolgstappen zijn.”


Alle onkosten die gemaakt worden voor de opvang en alles daaromheen wordt op de eigenaren verhaald. Voor de honden wordt per hond een dagtarief van 10 euro berekend. Daar komen de administratie, onderzoeks,- en dierenartskosten nog bovenop.

Uit een brief die staatssecretaris van economische zaken Sharon Dijkstra afgelopen week naar de Tweede Kamer stuurde blijkt dat bij de 2 puppy’s uit Bulgarije, die op 19 oktober in Rotterdam en Zaandam in beslag werden genomen en ge-euthaniseerd zijn, geen sprake was van een rabiesinfectie. Volgens protocol wordt er bij verdenking op rabiës door het CVI eerst een snelle immunofluorescentie-test uitgevoerd. Die bleek bij nader onderzoek vals positief te zijn.

In de brief is verder de volgende uitleg te lezen: “Bij een verdenking van hondsdolheid wordt direct een eerste zogenoemde IFT (immunofluorescentie) test uitgevoerd. Deze test geeft binnen enkele uren uitslag.Op grond van deze test wordt besloten of acute maatregelen, zoals het opsporen en behandelen van mensen en dieren die in contact zijn geweest met het besmette dier, nodig zijn. Ter bevestiging worden vervolgens enkele controletesten uitgevoerd. De uitslag hiervan duurt enkele dagen. Indien deze controletesten geen eenduidige uitslag geven wordt een monster naar het Europees aangewezen referentielaboratorium2 gestuurd voor een herhaling van het onderzoek.

In het onderhavige geval is, conform protocol, gehandeld op basis van de eerste IFT test welke een positief resultaat gaf. De uitslagen van de daaropvolgende controletesten in Nederland waren negatief waarmee er mogelijk sprake was van een negatieve uitslag (en dus geen sprake rabiës). Deze negatieve uitslag is uiteindelijk op 29 november bevestigd door het Europese referentielaboratorium.

De GGD en de NVWA hebben de uitslag inmiddels gedeeld met de betrokken personen en de eigenaar van een hond die in quarantaine was geplaatst. Ik hecht eraan op te merken dat in het onderhavige geval het laboratoriumprotocol correct is gevolgd en er correct is gehandeld door de autoriteiten. Het wachten met het nemen van maatregelen tot de resultaten van de controletesten
bekend zijn, is uitgesloten.”

Dijstra besluit haar brief met de volgende alinea:

"In mijn brief van 22 oktober heb ik enige maatregelen aangekondigd waaronder o.a. het gesprek met de stichtingen die zwerfhonden naar Nederland halen. Aangezien sprake is van een groot aantal dieren dat door stichtingen naar
Nederland wordt gehaald vanuit landen waar nog sprake is van hondsdolheid houd ik vast aan de door mij aangekondigde maatregelen.”


Dit bericht delen:

Advertenties