Jeugd-TBS en 22 maanden cel geëist voor misbruik minderjarige meisjes
Van onze redactie
22 oktober 2015
Het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft gisteren in hoger beroep 22 maanden jeugddetentie en jeugd-TBS voor een periode van drie jaar geëist tegen een 21-jarige Nijmegenaar.
Volgens het OM heeft hij zich in 2014 schuldig gemaakt aan het seksueel binnendringen bij een elf- en twaalfjarig meisje en
grooming ten aanzien van dezelfde meisjes en een veertienjarig meisje. De rechtbank veroordeelde eerder de man tot dezelfde straf zoals in hoger beroep werd geëist. De strafbare feiten vonden in Nijmegen plaats.
De Nijmegenaar heeft naaktfoto’s van alle drie de slachtoffers verworven en in bezit gehad. Daarmee heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno, zo vindt het OM.
‘Verdachte heeft drie meisjes van wie hij wist dat ze minderjarig waren onder grote druk gezet nadat hij foto’s van hen had gekregen om seks met hem te hebben. Verdachte heeft misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van deze meisjes en van zijn grote overwicht door het leeftijdsverschil. Hij heeft hen aangezet tot seksuele poses en handelingen nadat hij hun vertrouwen had gewekt en heeft hen vervolgens daarmee op grove wijze gechanteerd. Ook heeft hij twee meisjes daadwerkelijk misbruikt.’
De Nijmegenaar was ten tijde van de delicten twintig jaar oud. De adviezen van een psycholoog en psychiater gaan uit naar toepassing van het minderjarigenstrafrecht bij deze verdachte. Gezien zijn persoonlijkheid en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, is ook het OM van oordeel dat het jeugdstrafrecht moet worden toegepast.
De advocaat-generaal vindt dat alleen een celstraf van aanzienlijke duur recht doet aan de ernst van de feiten en het leed dat is aangericht. ‘Van slachtoffers van zedenmisdrijven is bekend dat zij nog zeer lang, soms hun hele leven lang, de negatieve gevolgen van wat hen is overkomen met zich meedragen. Verdachte heeft ervoor gezorgd dat zij niet in hun eigen tempo met een leeftijdgenoot hun seksualiteit hebben kunnen ontdekken. Verdachte heeft enkel gedacht aan bevrediging van zijn eigen lustgevoelens. Daar komt bij dat verdachte eerder was veroordeeld voor een groomingfeit en daarvan nog in een proeftijd liep. Dit heeft hem er niet van weerhouden zich opnieuw aan soortgelijke feiten en verkrachting schuldig te maken.’
De man is gedragskundig onderzocht. Uit deze onderzoeken blijkt dat hij lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De kans op herhaling wordt hoog ingeschat. De onderzoekers adviseren tot oplegging van de
PIJ-maatregel. Dit advies neemt de advocaat-generaal over. ‘Verdachte heeft een intensieve klinische behandeling nodig. Een ambulante behandeling biedt teveel ontsnappingsmogelijkheden. Langdurige beveiliging van de maatschappij is noodzakelijk.’
Dit bericht delen: