Na mentale inspanning zijn mannen minder goed in staat om hun drinkgedrag te beheersen dan vrouwen. Weten hoeveel ze drinken in een dergelijke situatie, bijvoorbeeld door dat bij te houden, is voor mannen een veelbelovende strategie om minder te drinken.
Dat blijkt uit twee experimenten van Roy Otten en Roel Hermans van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Verminderde zelfcontrole
Overmatig drinken wordt vaak in verband gebracht met een verminderde zelfcontrole. Een lange werkdag, een tentamen of andere cognitieve inspanning zorgen ervoor dat onze zelfcontrole afneemt, waardoor er minder energie over is voor regulatie van ander gedrag (bijvoorbeeld drinken). Otten, Hermans en collega's onderzochten in twee experimenten of verminderde zelfcontrole (ego-depletion) inderdaad maakt dat mensen meer alcohol gaan drinken. Daarnaast onderzochten ze of het bijhouden van het aantal drankjes die verminderde zelfcontrole weer zou kunnen herstellen. De resultaten van hun onderzoek worden gepubliceerd in het tijdschrift Addiction, maar zijn nu al online te bekijken.
Vermoeide mannen drinken meer, vrouwen drinken minder
Tijdens het eerste experiment werden ruim honderd proefpersonen uitgenodigd om samen met een vriend of vriendin deel te nemen aan een onderzoek in een laboratorium ingericht als echte kroeg. De helft van de proefpersonen moest een lastige aandachtstaak uitvoeren (experimentele groep), de andere helft een eenvoudige taak (controlegroep). Na afloop van die taken konden de jongvolwassenen zelf drankjes uit de koelkast nemen en deze aan de bar opdrinken.
Mannen bleken gemiddeld vier keer zo veel alcohol te drinken dan vrouwen in deze nagebootste kroeg (356 ml tegenover 89 ml). Daarnaast had de inspannende taak bij hen ook een ander effect: na deze taak dronken mannen ruim anderhalf keer zo veel als na de eenvoudige taak (457 ml to 276 ml). Vrouwen daarentegen dronken juist minder na de inspannende taak (61 ml tegenover 154 ml na de eenvoudige taak).
Een mogelijke verklaring voor dit verschil tussen mannen en vrouwen is volgens Otten en Hermans de verschillende betekenis die ze toekennen aan alcohol. Voor veel mannen is het drinken van alcohol bijna vanzelfsprekend als de mogelijkheid zich voordoet. Vrouwen daarentegen hebben deze neiging doorgaans veel minder.
Vermoeidheid opheffen
Het tweede experiment werd alleen uitgevoerd bij mannen; bij vrouwen leidde verminderde zelfcontrole immers niet tot meer drinken. In dit experiment keken de onderzoekers of het effect van falende zelfcontrole op te heffen is door proefpersonen meer bewust te maken van hun drinkgedrag. De proefpersonen begonnen wederom met een lastige aandachtstaak en mochten daarna weer een drankje pakken. In dit experiment werd de helft van hen werd gevraagd om bij te houden hoeveel drankjes ze dronken. Degenen die een cognitief inspannende taak deden én hun drankjes bijhielden, dronken minder dan degenen die dat niet deden (201 ml vs 520 ml).
Onderzoeker Roy Otten vat samen: ‘Ons controlesysteem zorgt er voor dat we niet louter handelen op basis van onze impulsen. Als je zelfcontrole faalt, bijvoorbeeld door vermoeidheid, dan krijgt het impulsief systeem meer ruimte. We zien in onze experimenten dat mannen meer gaan drinken als ze vermoeid zijn en minder zelfcontrole hebben. Dat lijkt te ondervangen door ze meer bewust te maken hoeveel ze drinken. Zaak is nu om creatieve en bruikbare strategieën te bedenken om mensen bewust te maken van hun drankgebruik.'