Ruim 1 miljoen voor onderzoek gebarentaal

Van onze redactie
15 januari 2014

Gebarentaalonderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen ontvangen twee belangrijke subsidies waarmee ze hun onderzoek kunnen uitbreiden én toegankelijk maken voor grotere, internationale groepen onderzoekers.

NWO kent hen ongeveer 1 miljoen euro toe in het kader van de zogenaamde Vrije Competitie Geesteswetenschappen. Daarnaast ontvangen ze 100.000 euro Digging into Data-subsidie van een internationaal onderzoekfonds.


Kleinere betekenisdeeltjes

Het door NWO gehonoreerde onderzoeksproject 'Bouwstenen van gebaren' van taalwetenschappers Onno Crasborn, Els van der Kooij en Inge Zwitserlood richt zich op spontaan gebarentaalgebruik van doven. De onderzoekers willen achterhalen in hoeverre gebaren in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) zijn opgebouwd uit kleinere betekenisdeeltjes. Ook zullen ze uitzoeken of onderdelen van een gebaar anders worden 'uitgesproken' afhankelijk van hun betekenis. Bijvoorbeeld: sommige gebaren worden op de borst gemaakt. Gaat het om begrippen als 'hart' of 'gevoel', dan draagt die plaats bij aan de betekenis van het woord. Maar dat 'eindelijk' ook op de borst gebaard wordt, heeft geen betekenis.

Dertig nieuwe gebaarders

Maakt zoiets bijvoorbeeld nog verschil voor hoe lang de gebarende hand voor de borst gehouden wordt? In dit onderzoeksproject zal het bestaande Corpus NGT, dat nu zeventig uur aan video-opnames telt, aanzienlijk worden uitgebreid. Dertig nieuwe gebaarders zullen in de studio nieuwe gesprekken voeren. Daarnaast wordt er een koppeling gelegd met gebarentaalcorpus van het Nijmeegse Max Planck Institute for Psycholinguistics, dat bestaat uit spontane 'spraak', gefilmd bij mensen thuis. Het nieuwe corpus zal, met vertalingen en annotaties, toegankelijk worden gemaakt voor onderzoekers.

5 jaar onderzoek

Het onderzoeksproject zal vijf jaar duren, waarvan drie jaar is uitgetrokken voor de dataverzameling. Uit de subsidie worden onder andere drie postdoconderzoekers betaald en diverse tolken en assistenten.

Engelse en Nederlandse data vergelijken

De Nijmeegse taalwetenschappers gaan bovendien met onderzoekers in Londen de basis leggen voor vergelijkend gebarentaalonderzoek. Onno Crasborn: 'Wij gaan de transcriptie standaardiseren van onze verzameling Nederlandse Gebarentaal en hun collectie British Sign Language (BSL). Omdat er geen geschreven versie is van gebarentaal is, is transcriptie moeilijk en tijdrovend. NGT wordt beschreven in het Nederlands, BSL in het Engels. Er wordt dan beschreven wat er bedoeld wordt, niet wat er gebaard wordt. Dat bijvoorbeeld voor het zelfstandig naamwoord 'werk' en het werkwoord 'werken' één gebaar zijn, zie je in zo'n vertaling nergens terug.'

Voor het vergelijkbaar transcriberen en labelen van hun bestaande gebarentaalverzamelingen krijgen de Britse en Nederlandse onderzoeksgroepen elk 100.000 euro subsidie van het internationale onderzoeksfonds Digging into Data, dat subsidie geeft aan nieuwe manieren om grote databestanden toegankelijk te maken. 

Digitaal gebarentaallexicon

De Nijmeegse onderzoekers gaan ook een digitaal gebarentaallexicon maken op basis van de 'nieuwe' transcripties, samen met het Max Planck Institute for Psycholinguistics.


Dit bericht delen:

Advertenties