Op 4 mei 1965 wordt Adrianus Antonius, kortweg Adrie, Bogers geboren. Als geboren en getogen Bredanaar werd het voetbal hem met de paplepel ingegoten. Vanaf jongs af aan staat voetbal centraal in het gezin Bogers. Zijn vader speelde jarenlang voetbal, onder meer bij NAC. De voetbalcarrière van Adrie begon bij BSV Boeimeer. Op zaterdagochtend speelde hij daar zijn wedstrijden om vervolgens de middag op of langs het veld bij zijn vader te spenderen. Zijn vader was op dat moment zowel trainer als speler bij een andere amateurvereniging. Op dagen dat er niet voldoende spelers waren, speelde Adrie op dertienjarige leeftijd al mee met deze senioren.
Debuut in het betaald voetbal
In 1983 speelde Adrie bij de beloftes van NAC. Bij het eerste kwam een vacature vrij voor de linksbackpositie. Adrie moest concurreren met de van Utrecht gehaalde Wim Flight en de echte kans om bij NAC door te breken kwam er niet. In dat jaar maakt hij nog wel zijn debuut in het profvoetbal. Als Bredanaar in het eerste van NAC spelen, is dan een jongensdroom die uitkomt.
De definitieve doorbraak
RKC, dat zijn debuut maakte in het betaald voetbal, trok hem het daaropvolgende seizoen transfervrij aan. Het bleek een goede zet in zijn profcarrière. De eerste seizoenen verliepen voor zowel RKC als Adrie zelf zeer succesvol. ‘We deden het met RKC in die tijd opvallend goed’, aldus Adrie. Zowel het eerste, tweede als derde seizoen wordt de nacompetitie behaald. In 1988 promoveert Adrie met RKC naar de Eredivisie middels het kampioenschap. In een voetbaltijdschrift dat wekelijks verscheen, werd hij regelmatig opgenomen in het sterrenteam van die speelronde.
In het vervolg van zijn carrière komt hij nog uit voor KV Mechelen, Willem II en keerde hij terug bij RKC. In België bij KFC Turnhout sluit hij zijn voetbalcarrière af en gaat vervolgens aan de slag bij RKC als jeugdtrainer.
De trainer in wording
Bij RKC was men in die periode op zoek naar een oud-speler die opgeleid moest worden tot hoofdtrainer en Adrie voldeed aan dit profiel. Hij begon bij de A-junioren om vervolgens een aantal jaren Jong RKC onder zijn hoede te nemen.
Zijn leermeester was destijds Martin Jol. ‘Hij was tactisch zo sterk en daarnaast een perfectionist’, aldus Adrie. Adrie werd door hem continu op pad gestuurd om analyses te maken. Hij draaide zijn eerste jaren als trainer overuren. Van ’s ochtends acht tot ’s avonds negen was hij bezig om zichzelf te ontwikkelen. Hij was tot in het kleinste detail bezig met het uitoefenen van het vak en hier werd de basis gelegd van de trainer die hij nu is.
De nodige ervaring heeft hij opgedaan bij RKC, de Japanse club Urawa Red Diamond, NAC, Sparta en Willem II. Bij zowel NAC als Sparta eerder als hoofdtrainer.
Voorbeeld in het trainersvak
Adrie speelde jarenlang samen met Peter Bosz bij RKC en is hem blijven volgen. Bogers vertelt met enthousiasme over Bosz. ‘Peter was al vroeg in zijn voetballoopbaan het verlengstuk van de trainer in het veld. Als speler dacht hij mee over het invulling geven aan het spel. Houdt altijd vast aan zijn eigen filosofie en was vernieuwend. Dit heeft hij gedaan bij onder meer AGOVV, Heracles en Ajax. Hij ging tegen de stroom in maar bewees bij regelmaat het ongelijk. Uiteindelijk is hij de eindverantwoordelijke voor de resultaten en dan is het knap om zo aan je voetbal filosofie vast te houden.’
De filosofie van Adrie
Adrie houdt van volwassen voetbal. Wat enerzijds aanvallend is maar waarbij tegelijkertijd ook ingecalculeerd moet worden dat je niet alles achterin open moet gooien. ‘Helaas wordt in Nederland deze speelstijl niet door iedereen gewaardeerd.’ Dat supporters eisen dat zijn ploeg vooruit speelt vindt hij overigens prima, dat is ook zeker zijn intentie. Het wil alleen niet zeggen dat er open huis gehouden moet worden. Hij verwacht in tactiek en dergelijke meer dan alleen aanvallen van zijn ploeg.
Bogers houdt ondanks blessures in de spelersgroep vast aan zijn filosofie. Elke speler weet wat van hem verwacht wordt. ‘Iedereen krijgt ermee te maken dat je spelers mist. Dat staat los van zijn manier van spelen. De speelstijl die gehanteerd wordt, moet herkenbaar zijn voor de spelers. De invulling van de posities is hetzelfde, echter kunnen individuele kwaliteiten daarin het verschil maken. Daar moet je als trainer rekening mee houden. Maar ik verlang van iedere speler hetzelfde. Uiteraard moet elke speler binnen zijn manier van spelen de vrijheid hebben om eigen kwaliteiten te tonen.’
Doelen