Lange tocht
Sinterklaas is een tijd terug al met een boot vol speelgoed, marsepein, chocoladeletters en pepernoten vertrokken vanuit Spanje. Zijn Pieten zijn tijdens de lange toch druk bezig met de laatste voorbereidingen voor het verblijf in de oudste stad van Nederland. ‘Mijn lieve Pieten zijn druk met knopen aanzetten, verstelwerk aan de pakken, kragen wassen en het roet van het dek te vegen. En mochten ze tijd over hebben dan komt er ook nog een nieuwe verflaag op de boot.’
Terwijl de Pieten druk in de weer zijn, probeert de Goedheiligman de reis te gebruiken om wat rust te nemen en bereidt hij zich voor op de intocht en zijn bezoeken in Nijmegen. ‘Het is een mooie reis langs de kusten van Portugal, Frankrijk en België. Ik geniet elke keer weer als ik op het dek sta, van het mooie uitzicht. Ondertussen bereid ik me voor op het ontvangst door de burgemeester. Ik denk diep na over wat ik de burgemeester zal gaan vertellen, want hij is altijd benieuwd naar de laatste gebeurtenissen op de boot. Ook hou ik in de gaten of het de Pieten lukt alles voor de intocht op tijd te regelen. Zoals veel kinderen weten van vorige jaren, er is altijd wel wat aan de hand met de nieuwe Pieten. Of de cadeaus zijn verkeerd ingepakt of de pepernoten zitten in de verkeerde zakken. En ik hoorde van mijn hoofdpiet dat het pakpapier bijna op is. Dat moet allemaal geregeld zijn als ik in het mooie Nijmegen aankom.’
Intocht
Zaterdag rond 13.00 uur zal de stoomboot met Sinterklaas, Pieten en een vracht aan cadeaus de kade van Nijmegen bereiken. Na de lange boottocht is er voor Sint geen tijd om uit te rusten, hij zal gelijk van boord gaan om de kinderen te begroeten. Hij kijkt ontzettend uit naar dit moment. ‘Ik verheug me al het hele jaar op de intocht. Ook mijn Pieten kunnen niet wachten tot het zo ver is’, aldus een enthousiaste Sinterklaas die alle Nijmeegse kinderen in zijn hart heeft zitten. ‘Ik en mijn Pieten vinden de kinderen allemaal zo aardig en vriendelijk. Volgens mijn grote boek zijn er alleen maar lieve en aardige mensen in Nijmegen. Ze kunnen daar goed met elkaar overweg. Zo moet het ook zijn, zeker als de Sint weer in jullie mooie Nederland mag zijn.’