Waren zij dan onderdeel van een soort wittefietsenplan? Misschien wel van gehoord, ooit: een plan uit de jaren zestig met als doel de luchtverontreiniging in de hoofdstad terug te dringen. Men poogde het gebruik van een tweewieler in de binnenstad te promoten door een fietsdeelsysteem te introduceren. Herkenbare witte fietsen zonder slot zouden in collectief eigendom in de stad worden geplaatst. Bijkomstig voordeel was dat men nu gedoogd fietsen voor korte ritjes kon ‘lenen’, want dat deed men toch (al). Helaas is dit pientere plan mislukt.
Mijn in het zwarte circuit verdwenen zwijntjes waren altijd zwart. Een kleurenblinde zou dát onderscheid nog wel kunnen maken. “Ja, geachte taalpuristen, ik weet het, zwart en wit zijn geen kleuren, maar tinten.”
Ik werd paars van woede toen voor de zoveelste maal mijn vrijwel nieuwe velo weer eens foetsie was. Wie had weer het gore lef gehad om proletarisch te werk te gaan met mijn eigendom?!
Maar toen. Een tip van een collega. In bezit van mijn politieaangifte kon ik bij de AFAC voor een schappelijk prijsje in het bezit komen van een goede stadsfiets. Hoorde ik dat goed?! De AFAC? Die opmerking werkte bij mij als een rode lap op een stier! Waren zij niet de legitieme slotenknippers van de stad? Degenen die je alleen weer je bolide in je armen liet sluiten mits je financieel over de brug kwam?
Deze handelswijze heb ik twintig jaar geleden, toen ik zelf nog student was, gelukkig kunnen verijdelen door op de plaats delict in te grijpen. Ik ergerde me groen en geel toen ik mijn brikkie daar zag staan met een verordening om het stuur geniet, klaar om op transport te gaan, ware het niet dat ik dit nog voortijdig kon onderscheppen.
En nu, jaren later, trof ik bij de ingang van de Algemene Fiets Afhaal Centrale een vriendelijke medewerker die heel toevallig net een omafiets helemaal rijklaar had gemaakt. Nieuw slot, nieuwe bandjes, lichten en remmen gecontroleerd. Kortom, op mijn lijf geschreven. Wij hoorden bij elkaar. Oh dear, dit hertje was voor mij. De kleur, hoe kan het ook anders, maagdelijk wit en als finishing touch kon ik er voor vijf euro een roze kettingslot bij krijgen.
Geheel in extase maakte ik een proefritje op het terrein. Geruisloos hobbelde deze hinde over het asfalt. De koop werd bezegeld met een enorm formulier dat als bewijs moest gaan dienen dat ik de nieuwe rechtmatige bezitter was van deze tweewieler. Mocht ik dus ooit door de vorige berijder worden aangesproken dan kon ik dit als bewijsmateriaal vanonder mijn snelbinders tevoorschijn toveren.
Ik heb geheuld met de vijand voor mijn eigen gewin, maar zoals zo vaak in het leven heiligt ook hier het doel de middelen.
Hou je!
Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column.