Landschappelijke zone
De gemeente richt de gevarieerde groengebieden rondom de woonwijken zo in dat de beschermde diersoorten zich er thuis voelen. Ook de niet beschermde soorten profiteren hiervan. De inrichting van deze groengebieden krijgt elementen uit het oorspronkelijke landschap: het kleinschalig agrarisch cultuurlandschap van vóór de komst van de kassen rond 1960, onder andere met boomgaarden en knotwilgen. Deze zone heeft een ecologische verbinding met omringende groene gebieden.
Natuurinclusief bouwen
Wereldwijd en ook in Nederland neemt de natuurlijke rijkdom af. Onder andere door uitbreiding van de steden ten koste van het groen. Ook is er in nieuwbouw vaak weinig schuilplek meer voor dieren. Het is echter goed mogelijk om nieuwe stadsdelen zó te bouwen dat flora en fauna er een plek krijgen. Het is vooral een kwestie van de natuur meenemen in de plannen: ‘natuurinclusief bouwen’.
Voor alle nieuw te ontwikkelen gebieden in de Waalsprong krijgt vanaf 2020 elke woning met een tuin gemiddeld drie voorzieningen voor gierzwaluwen en drie voor huismussen. Per acht woningen komt een voorziening voor vleermuizen. Ook hoogbouw krijgt voorzieningen. De precieze aantallen hangen nog af van de ecologische mogelijkheden van de plek. Vaak kunnen loze ruimten van gebouwen gebruikt worden voor nestvoorzieningen, zoals onder de dakgoot en ingemetseld in de spouw.
Participatie
De rol van de bewoners en natuurorganisaties is van belang bij het vergroten van de natuurlijke rijkdom in de Waalsprong. Daarom zoekt de gemeente contact met natuurorganisaties om met hen te praten over hun eventuele rol bij het tellen van de diersoorten, beheer en educatie. Via de bestaande gemeentelijke initiatieven zoals Operatie Steenbreek worden bewoners gestimuleerd om hun tuinen te vergroenen en ook geschikt te maken voor de dieren die bij hun huis voorkomen.
Grotere overlevingskans
Het Soortenmanagementplan van Nijmegen voor de Waalsprong is ontwikkeld in een pilot van de provincie Gelderland, waar drie andere Gelderse gemeenten in participeren. Een SMP heeft als voordeel, dat de gebiedsbrede aanpak een grotere overlevingskans van beschermde dieren oplevert. Bovendien is het efficiënter in planvorming, vergunning, handhaving en monitoring.