[Column] Dè es so! Een blauwtje lopen

Nathalie
6 oktober 2019
Ballet, judo en zwemmen. Basketbal, BOMmen en spinning. Allemaal blauwe maandagen. Als kind vond ik het al verschrikkelijk. Elke keer wist ik er na korte tijd op slinkse wijze onderuit te komen. Met verbazing sloeg ik toen al het enthousiasme van de ander gade en was ik jaloers. Jaloers dat ik dat niet had: die gedrevenheid, die passie, die discipline. Maar elke keer probeerde ik het weer. Hield ik mezelf voor dat ik het nog niet had uitgevonden. Het wiel, de cilindrische oplossing voor mijn sportaversie.

Inmiddels weet ik me voor langere tijd sportief te committeren, aangezien er nu ook een stukje noodzaak is bijgekomen, genaamd: metabolisme. Daar waar ik vroeger kon eten wat ik wilde en het als sneeuw voor de zon verdween, voordat het überhaupt mijn maagdarmkanaal had bereikt, leven mijn stofwisseling en ik momenteel op gespannen voet. Deels ingegeven door mijn bourgondische inslag, want een lekker hapje en drankje sla ik nimmer af, en deels door mijn leeftijd.

Gelukkig ‘ontdekte’ ik toen ik in Nijmegen kwam wonen de mat én de hoge plank én de neerwaartse hond. Bijkomend effect was dat yoga me zoveel denkvermogen kostte, mede gezien mijn handicap links en rechts uit elkaar te houden, dat mijn hoofd na zo’n uitgebalanceerd ‘lesje’ compleet leeg was. Zooo zennn. Dit gevoel werd nog verder versterkt door de meditatieoefening op het eind waarbij ik steevast, in tegenstelling tot mijn medecursisten in kleermakerszit, voor de Savasana koos. Liggend op de mat eindigde ik vaak onbedoeld snurkend in dromenland. Echter toen mijn yogajuf besloot de mat in de ring te gooien, voelde het als een nachtmerrie, want wat moest ik nu?

Inmiddels rol ik bijna dagelijks gedisciplineerd mijn matje uit in mijn woonkamer en onthaal ik de dag met een half uurtje zonnegroeten. Gemotiveerd besloot ik ter uitbreiding één van mijn oude ‘hobby’s’ zwemmen weer eens op te pakken, want uit de kalender der blauwe maandagen beviel mij deze toch het beste om verschillende redenen. Geen teamsport, eigen tempo en lekker koel. Om mezelf onder druk te zetten kocht ik een strippenkaart, te voldoen binnen afzienbare tijd, en snorde ik mijn oude badpak op. Aangedaan en ingesnoerd vroeg ik me af of latex ook kon krimpen. En om verder in boeddhistische sferen te blijven, koos ik voor het bad vernoemd naar onze Tibetaanse vriendin.

Klaar voor een frisse duik in … in … in het bad van Lourdes? Maar wat schetst mijn verbazing? Men zwom daar niet, men liep! Al keuvelend kuierde men naar de overkant. En niet binnen de lijnen hè, want voor de gelegenheid waren de lijnen ertussenuit gehaald. Oh ja, en voor de goede doorstroom (!) had men op de kant aan weerszijden in het midden van het heilige bad een pion geplaatst. De bedoeling was dat men al ratelend bij de aanblik van de pion voortijdig een ovale bocht zou maken. Waardoor de kant aftikken mij onmogelijk werd gemaakt zonder in botsing te komen met deze waterzombies. Totaal gedesillusioneerd richtte ik me tot de badmeester die me begripvol aanhoorde om vervolgens niks te doen. En zo ben ik wederom een sportervaring rijker en een illusie armer.

Namasté


Meer columns van Nathalie lezen? Lees hier de voorgaande column. 

Dit bericht delen:

Advertenties