Volgens de officier van justitie knoopte hij met één slachtoffer een liefdesrelatie aan, maakte misbruik van haar drugsverslaving en liet haar 7 dagen per week werken op de tippelzone in Nijmegen: "Hij hield haar handel en wandel in de gaten en als het hem niet zinde wat zij deed, of juist niet deed, dan sloeg hij haar. Daarnaast liet hij haar werken terwijl zij in verwachting was en dreigde hij haar dat ze haar andere kind nooit meer zou zien." De mensenhandel speelde zich af gedurende 3,5 jaar, vanaf 2010 tot en met 2013.
Bij het andere slachtoffer was geen sprake van een liefdesrelatie. Bij haar heeft hij doelgericht misbruik gemaakt van haar kwetsbare persoon en ingespeeld op haar zwaktes: haar verslaving en prostitutie- en misbruikverleden. De verdachte ging daarbij ver om zijn zin te krijgen: fysiek geweld, afpersing en bedreiging, desnoods van derden, of het veroorzaken van overlast in de directe leefomgeving van de vrouwen zodat zij hem toch weer binnenlieten, bang als ze waren voor wat de buren ervan zouden denken. Bij de tweede vrouw speelde de mensenhandel zich af gedurende 6 jaar, tussen 2006 en 2012, in Nijmegen en Ottersum.
Mensenhandel is een zeer ernstige vorm van criminaliteit en volgens de officier van justitie is dit ‘moderne slavernij': "Daders hebben maar één doel: geld verdienen. Mensenhandel vormt een ernstige inbreuk op de persoonlijke vrijheid en integriteit van de slachtoffers. Slachtoffers van mensenhandel houden vaak lang last van wat hen is overkomen."
Aangezien de 35-jarige man een uitkering kreeg op grond van de Wet werk en bijstand en mensenhandel gepleegd heeft, concludeert het Openbaar Ministerie dat er ook sprake is van bijstandsfraude. Hij heeft op de ingevulde formulieren nooit aangegeven dat hij inkomsten/geld ontving danwel werkzaamheden verrichtte terwijl er sprake is geweest van opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van de slachtoffers en het zichzelf laten bevoordelen uit de opbrengsten van hun prostitutiewerk.
Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.